Lars
Vertelt hier zijn verhaal:
Lars van der Hoeven 21 jaar, nu werkzaam bij 'De Linde' Hasselt en 'PEC Zwolle' zat bij De Twijn in uitstroomprofiel arbeid. Ging voor regulier werk. Liep o.a. stage via de regeling 'beschut werk, maar koos uiteindelijk voor arbeidsmatige dagbesteding
Wie is Lars?
Lars heeft cerebrale parese (CP). Hierdoor kan hij zijn linkerarm, hand en been minder functioneel gebruiken en heeft hij problemen met spraak/taal. Dat wil zeggen hij heeft tijd nodig om zinnen goed te formuleren of om de juiste bewoording te vinden voor wat hij wil zeggen.
Lars woonde in Drenthe en heeft voor onderwijs op de Twijn gekozen, omdat hij aangepast onderwijs wilde.
Aangepast op cognitief vlak en praktijkaanbod met meer aandacht voor zijn sociaal en emotionele ontwikkeling. Onder schooltijd volgde Lars therapie bij Vogellanden. Een fijne periode vertelt Lars, waar het aanbod van theoretische en praktische vakken hem een beeld gaf van wat hij zou willen en kunnen. Toch bleek de zoektocht naar een passende uitstroomplek nog niet zo eenvoudig ….
De route naar uitstroom
Tijdens het eerste transitiegesprek, Lars was net 16 jaar, gaf Lars aan dat hij zijn toekomst ziet bij een reguliere werkgever. Hij is gemotiveerd, beheerst de algemene werknemersvaardigheden en ziet zichzelf wel iets met techniek doen. Lars is creatief en bedenkt oplossingen voor zijn verminderd handgebruik. Vraagt ook de ergotherapeut mee te denken als iets niet lukt. Ondertussen is Lars met ouders en broer naar Zwolle verhuisd mede omdat ze denken dat er in Zwolle meer kans op een mooie werkplek voor Lars is.
Zijn eerste stage is bij USVA in Haarle, niet naast de deur, maar Lars denkt in mogelijkheden. Stapt op de trein naar Raalte waar een medewerker van USVA hem op het station oppikt en’s middags weer afzet. Het repareren en in elkaar zetten van fietsen blijkt best pittig. Wanneer je één hand functioneel kunt inzetten valt het niet mee al die kleine onderdelen op de juiste wijze te monteren.
Lars helpt in de keuken mee de lunch te verzorgen. Dat spreekt hem aan. Er volgen enkele stages in de horeca en catering. Leerzame stages waar snel duidelijk werd dat het met de werknemersvaardigheden van Lars wel goed zit. Lars is creatief en gemotiveerd en denkt in mogelijkheden. Lukt het lopen met een dienblad glazen niet? Lars gaat met zijn opa aan de slag en samen ontwikkelen ze een handig bakje waar de wijn- en bierglazen rechtop blijven staan.
Lars wil onderzoeken wat er nog meer mogelijk is en kiest ervoor om regelmatig van stageadres te wisselen. Facilitair in een verzorgingshuis, repro werkzaamheden bij een drukkerij, vakkenvullen in de supermarkt. Lars oriënteert zich goed en komt steeds bij zijn trajectbegeleider met nieuwe ideeën en opties. Samen wordt gekeken wat mogelijk is en gaan we op zoek naar stageadressen die bij zijn wensen aansluiten.
Door de verschillende stages zien we een beeld ontstaan van de mogelijkheden en ondersteuningsbehoefte van Lars. We twijfelen over de haalbaarheid van werken in een regulier bedrijf. In overleg met Lars en zijn ouders besluiten we te onderzoeken of ‘beschut werk’ niet passender is. Een taak uitvoeren in een arbeidsorganisatie kan Lars, echter er moet geen sprake zijn van deadlines, productiepieken of een hoog handelingstempo. Lars heeft een begeleider in zijn nabijheid nodig waarop hij terug kan vallen.
Bij beschut werk nieuw kan de werknemer in zijn of haar eigen tempo eenvoudige taken uitvoeren. Het werk en de werkplek zijn aangepast aan wat de werknemer kan doen. Voor de gemeente Zwolle voert Tiem Sociaal Werk- en Ontwikkelbedrijf de regeling beschut werk nieuw uit.
Dus start Lars een stage bij Tiem. De werkplekken en werkzaamheden zijn zodanig ingericht en georganiseerd dat elke werknemer met zijn specifieke hulpvraag en begeleidingsbehoefte aan de slag kan. Persoonlijke begeleiding, werktempo, aanpassingen i.v.m het effectief kunnen gebruiken van één hand, instructie, herhaling, bevestiging, structuur, geen tijdsdruk allemaal dingen waarmee rekening gehouden wordt.
Via Tiem gaat Lars aan de slag bij Albron, een cateringbedrijf. De eerste indruk is goed vertelt Lars. Hij wordt goed opgevangen, krijgt duidelijke uitleg van de werkzaamheden en de werkwijze. Het niet functioneel kunnen inzetten van zijn linkerhand maakt het werk pittig maar Lars kan goed aangeven wat mogelijk is en zoekt naar oplossingen. Er is enigszins sprake van werkdruk en productiepieken. Mensen hebben tegelijk pauze en staan dan in de rij bij het buffet. Broodjes moeten klaarliggen, koffie moet snel worden ingeschonken, soep snel worden opgeschept. Kortom snelle bediening is gewenst omdat al deze mensen slechts 15 of 30 minuten pauze hebben en daarom niet te lang in de rij kunnen staan.
Lars voelt de druk en juist op de momenten dat hij een beroep moet kunnen doen op zijn begeleider ervaart hij dat deze geen tijd heeft voor hem. Lars laat zich niet uit het veld slaan en geeft aan dat hij beter achter de schermen kan werken i.p.v. onder tijdsdruk, deze mensen bedienen. Door ziekte en personeel tekort lukt het niet altijd om Lars goed te begeleiden. Het advies is om op één van de andere afdelingen van Tiem inpakwerk te gaan doen. Lars accepteert dit en zet zich volledig in ook al is het best een uitdaging om met één hand deze inpakwerkzaamheden te doen.
‘Juist bij een bedrijf wat ‘beschut werk’ uitvoert voor de gemeente zou je mogen verwachten dat ze denken in mogelijkheden en kansen. Ik mis dat ze mij vragen wat ik wil en dat ze samen met mij daar naar gaan zoeken. Ze komen niet verder dan inpakwerk en daar moet je het mee doen’, vertelt Lars. Lars voelt zich niet begrepen en vraagt zich, terecht, af waarom men niet zoekt naar werk wat beter bij hem past. Lars stelt geen hoge eisen maar wil werk doen waar hij gelukkig en blij van wordt.
Switch van Beschut werk naar dagbesteding
Samen met ouders en de trajectbegeleider gaan we in gesprek bij Tiem. De mogelijkheden voor ‘beschut werk’ zijn beperkt. Lars wil zich ontwikkelen en uitdagingen gaat hij niet uit de weg. Zinvol werk, een plek in de samenleving die ertoe doet maar je vooral gelukkig maakt is wat Lars, net als iedereen, zoekt. We besluiten te stoppen bij Tiem.
‘Ik was wel even teleurgesteld want juist hier zouden ze mij toch moeten kunnen begeleiden’
Lars
Arbeidsmatige dagbesteding
En toen was daar ‘De Linde’ in Hasselt. Een horecagelegenheid van de JP van den Bent stichting waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werken binnen de arbeidsmatige dagbesteding. Hier ligt het accent op talenten ontwikkelen, werken is belangrijk om mee te doen in de maatschappij en je nuttig voelen. Een werkplek waar je je in eigen tempo en niveau kunt ontwikkelen.
“Samen met Roelie (trajectbegeleider) heb ik de site van De Linde bekeken. Ik woon in Zwolle en de Linde is in Hasselt. Reizen met het openbaarvervoer is voor mij geen probleem als ik de route eenmaal ken. Deze stage blijkt een schot in de roos. Werken in de bediening is mijn ding. Het zelfgemaakte dienblad gaat mee naar De Linde. Stap voor stap leer ik nieuwe vaardigheden. Ik heb zelfs mijn tapdiploma gehaald en tap met plezier een biertje voor klanten. Bij De Linde bieden ze mij begeleiding maar ik werk waar mogelijk zoveel mogelijk zelfstandig.
Het was een stage voor drie maanden. Mijn ouders en Roelie hebben iets geregeld (WLZ) waardoor ik daar kon blijven. Dat was wel even een gedoe geloof ik maar Roelie en mijn ouders hebben samen al het regelwerk hiervoor gedaan.
‘Mijn beeld van de dagbesteding was eerst heel anders. Ik dacht dat je dan een beetje kon doen wat je leuk vindt. Tijdens één van de stages gingen we gewoon naar het park als het mooi weer was om te chillen of te tekenen in plaats van druk bezig te zijn in de lunchzaak en klanten te bedienen. Hier werd ik echt niet blij van. Bij De Linde is dat anders. Het is een werkomgeving waar je serieus werkt en niet kunt lummelen’.
Samen optrekken....
De vader van Lars vertelt: het vinden van een passende werkplek is een heel traject geweest. Ik heb mijn visie moeten bijstellen. Je kijkt naar de zingeving, wilt een mooie plek in de samenleving voor je kind. Een zo zelfstandig mogelijk leven waarin het belangrijkste is gelukkig zijn. Onbewust zijn we daarbij uitgegaan van regulier werk voor Lars.
Tijdens de transitieperiode stond voor ons centraal: op welke plek kom jij Lars tot je recht en kun jij je ontwikkelen. Het was eerder een opluchting dan een teleurstelling om de WLZ aan te vragen en later de Wajong. Met deze toewijzing kon Lars gaan doen waar hij blij van werd, hij kiest zelf waar hij wil gaan werken. Ja, Lars had de indicatie ‘beschut werk’ kunnen krijgen maar het hoogste haalbare maakt niet altijd gelukkig. Lars heeft nu zelf de regie over zijn leven.
Het was erg prettig om samen met de trajectbegeleider van school op te trekken. Roelie was op de hoogte van de wet- en regelgeving maar ook actief betrokken bij de stages. We vormden een team. Niet alleen voor Lars een steun maar ook wij konden altijd terecht met onze vragen, opmerkingen en ideeën.
Twee jaren later...
Lars heeft zijn vleugels verder uitgeslagen. Is begeleid zelfstandig gaan wonen in een mooi appartement van Omega. Op zichzelf maar toch altijd begeleiding in de buurt om op terug te vallen. En sinds kort heeft Lars er een tweede werkplek bij. Hij werkt in de facilitaire dienstverlening bij PEC Zwolle (Frion).
Lars heeft de afgelopen jaren ervaren dat hij, samen met de juiste mensen om hem heen, prima in staat is om de regie in eigen hand te nemen. Alles is in balans, wat er voor zorgt dat hij een gelukkig mens is.
Deel deze pagina: